Hier in de regio is het deze maand Maand van de Aandacht. “Ah, dacht ik, mooie term”. Afgelopen jaren werd het steeds de Week van de Eenzaamheid genoemd. Niemand die daar op afkomt natuurlijk. Nu wordt er in de Maand van de Aandacht van alles georganiseerd, is er onder andere ook aandacht voor eenzame ouderen. Mooi in positieve uitnodigende termen. En toch blijft het schuren bij mij. Die uitnodiging om mee te doen en mee te denken, aan wie is die eigenlijk gericht? Wie bestempelt zichzelf als eenzaam en komt om die reden naar een activiteit? Ik snap het wel, je biedt gelegenheid voor ontmoeting, maar het voelt zo ongelijkwaardig.

Een tijd geleden was ik te gast bij een inloophuis in een dorp verderop. Bevlogen mensen, grote groep beschikbare vrijwilligers, gratis ter beschikking gesteld pand in een winkelstraat. Met een uitnodigende ingang. Maar het bleef stil. Of we goede ideeën hadden: wat konden ze doen om de drempel voor mensen die wel wat hulp of aanspraak kunnen gebruiken te verlagen?

Na wat heen en weer praten bleek dat er eigenlijk meer vrijwilligers waren dan bezoekers. En bekroop mij de gedachte dat de drempel helemaal niet zo hoog was. We keken naar de verkeerde deur. Via de achteringang (die van de vrijwilligers, de wij-ingang) was er kennelijk geen drempel om naar binnen te komen.

Als we nou eens het grote issue van eenzaamheid anders gaan bekijken. Al die ‘eenzame’ mensen die ook graag van betekenis willen zijn en aandacht willen geven, hoe geven we hen de gelegenheid om die potentie in te zetten? Dat is waarom ik fan ben van LeeneenFries, het digitale platform waar elke Fries kennis en ervaring kan in- en uitlenen. Nu  nog de blinde vlekken bij potentiële uitleners over de eigen waarde voor een ander zien weg te werken. Die drempel zou ik graag helpen verlagen.